Opinieartikel door: D. van Elzelingen
Wat directeuren, bestuurders en leraren in het VO en PO onderwijs al langere tijd signaleerden is bevestigd door de uitkomst van het onderzoek van OESO. Schrikbarende terugval van resultaten. Opvallend (of juist niet) is de directe link die gelegd wordt met lezen. Opa’s die hun kleinkinderen (weer) (meer) voor moeten gaan lezen. Scholen die aan leesplezier moeten gaan werken. Prachtige oplossingen tegen ontlezing, maar allemaal curatief. Het paard achter de wagen. Volgende drukpunt op scholen. Alsof je een gat in een stuwdam in tact laat en lager in het dal iedereen een emmer laat plaatsen om het water op te vangen ter voorkoming van overlast of schade. Dicht dat gat!
O nee, ontlezing is niet alleen maar te verklaren door met een beschuldigende vinger naar de smartphone te wijzen. Dat is te smal en doen we dus ook niet. Maar dat er een direct verband is tussen een als maar doorgaande digitalisering van ons leven en het probleem van de ontlezing gaat toch niemand meer ontkennen? Wij zijn blij dat dit verband op hoog niveau in onze samenleving gelegd wordt, het is er en kan immers niet ontkent worden. Wij pleiten daarom ook hierin voor de stap terug, bij voorkeur drie stappen. Opdracht bij de start: doe iets met dat gat door het gebruik van digitale middelen terug te dringen. Stap 1: zo snel mogelijk, stap 2: zo gezamenlijk mogelijk en stap 3: zo duidelijk mogelijk. Met als finish in ieder geval hogere studieresultaten.
Zeker, er is al weer een onderzoek dat aantoont dat onze hersenen zich zodanig aanpassen dat digitaal lezen beter beklijft dan jaren geleden een soortgelijk onderzoek liet zien. Maar wij geloven niet in een evolutie van onze soort en dus geloven we ook niet dat een gedigitaliseerde vader met door-de-jaren-heen aangepaste hersenen een kind voortbrengt wat de erfenis van deze aanpassing al bij zich draagt en dus een betere digitale start maakt dan zijn of haar opa. De ontlezing van nu bij de generatie ouders met een leeftijd van 30 jaar en ouder zal dus enige compensatie hebben door het aanpassend vermogen van onze hersenen. De kinderen die deze ouders van nu uit Gods hand mochten ontvangen zullen echter geen last hebben van ontlezing. Deze digikids lopen namelijk het grote risico dat ze nooit tot echt dieptelezen komen! En gebrekkig dieptelezen heeft als gevolg slecht tekstbegrip met als gevolg lage resultaten. En niet goed begrijpend lezen heeft ook als gevolg niet goed kunnen rekenen. Rekenen in een context die niet goed doorzien wordt gaat namelijk sneller fout vanwege een verkeerde toepassing met op zichzelf goed ge-automatiseerde rekenvaardigheden die misschien wel digitaal zijn aangeleerd.
Is het echt zo zwart-wit? Ja, als de ontwikkeling zich doorzet dat we bijvoorbeeld door middel van video’s, of fragmenten daarvan, onze kinderen denken sneller te laten leren, beter op te voeden, of zoet te houden, of schermtijd aan te leren. Video’s ontnemen de kracht van het eigen voorstellingsvermogen, dringen een geprogrammeerd beeld bij woorden en begrippen op waardoor het kind niet meer zelf geprikkeld wordt om het gehoorde of gelezene om te zetten in zelf gevormde beelden. Deze eigen beeldvorming is essentieel voor leren en onthouden. De beeldcultuur maakt de hersenen lui. En degenen die dit aantonen zijn geen smartphonewerende refo’s maar seculiere wetenschappers die hoogstwaarschijnlijk niet eens weten wat pelgrimschap is maar hun kinderen bewust zo lang mogelijk weghouden van het digitale scherm. Of andersom. Laat staan dat ze weten dat God in arme verloren zondaren wil werken door Woord en Geest. En niet door beelden. Laat dat vooral, naast de wetenschappelijke prikkel tot onthouding en uitstel, voor ons de reden zijn om ontlezing, ofwel onthechting van het Woord, tegen te gaan.
Klik hier om het artikel over het onderzoek van OESO uit het Reformatorisch Dagblad van 3 december 2019 te lezen.