Wie in een gemiddelde schoolklas voorlichting geeft over sexting, krijgt meestal twee reacties. Allereerst dat sexting veel voor komt, ten tweede dat ‘wij dat niet doen’. Er zit dus ruimte tussen wat jongeren horen en doen. De praktijk wijst uit dat sexting inderdaad veel voor komt en dat juist jongeren van wie je het niet verwacht ermee bezig zijn. Juist rustige en onopvallende meiden blijken geregeld in de val van sexting te lopen. Het begint met gezien worden, het eindigt met door iedereen gezien zijn.
BNN bracht recent de documentaire ‘Help, mijn borsten staan online!’ uit. De eerste aflevering geeft inzicht in twee verhalen van meiden die zichzelf online deelden. Ook een jongen spreekt zich uit. Bij hem deed de politie een inval, omdat hij beelden op zijn smartphone had staan. Het bewaren of delen van naaktfoto’s van minderjarige meiden is strafbaar. Veel jongeren zijn zich niet bewust van de gevolgen van sexting. Slachtoffers ervaren de gevolgen. Beelden die online verspreidt worden, blijken niet meer terug te halen. Via fotoherkenning krijgen slachtoffers levenslang, want Google vind je overal.
In de documentaire ‘Help mijn borsten staan online’ vertelt Joline: ‘Ik wilde niet meer leven’. Evi Hanssen toont samen met jongeren de impact van sexting op het leven en denken van tieners en volwassenen.
Yona-medewerkers worden geregeld geconfronteerd met de gevolgen van sexting. Veel blijft ongezien, maar dit betekent niet dat het er niet is. Vandaar dat toerusting blijvend nodig is. Want voorkomen is beter dan met de gevolgen leren leven.