Matigheid is een goed uitgangspunt, de Bijbel verbiedt ons niet om te genieten van de schepping en Gods gaven. Matigheid blijkt uit de mate waarin het hart vastzit aan de aardse dingen. Calvijn wijst ons erop dat we de gaven mogen gebruiken zolang ze ons niet hinderen bij het overdenken van het hemelse leven en het gericht zijn op God.
Weerbaarheid is verbonden aan gewetensvorming. Het besef dat God alwetend is en wij zwak zijn kan kinderen helpen om meer weerbaar te zijn. Weerbaar zijn is niet eenvoudig aan te leren en ten diepste het werk van Gods genade. Toch is het onze verantwoordelijkheid om de mogelijkheden ter bescherming te benutten.