Kort geleden maakte het CBS (Centraal Bureau Statistiek) cijfers bekend van een mediaonderzoek onder jongeren. Wat bleek?
The Internet of Things, het is een term die we steeds meer horen. Voor het geval dat je het niet kent, hier een korte uitleg. Internet, dat kennen we allemaal. Het Internet is een netwerk waar we met verschillende apparaten op kunnen. Denk bijvoorbeeld aan de laptop, tablet en smartphone. Deze apparaten maken het communiceren via Internet mogelijk. IoT (Internet of Things) wil apparaten zonder scherm met elkaar laten communiceren. Op dit moment wordt IoT al op verschillende manieren gebruikt.
Een voorbeeld is de ANWB. Als je bij de ANWB verzekerd bent, kun je een kastje in je auto laten zetten dat je rijgedrag registreert. Bij goed rijgedrag gaat je premie omlaag, bij slecht rijgedrag gaat je premie omhoog. Als dit al kan, waar ligt onze toekomst dan? IoT-deskundige James Whitakker, durft te stellen dat we over 20 tot 40 jaar geen gebruik meer maken van schermen. In plaats daarvan krijgen we chips als implantaat. Via deze chips krijgen we informatie, waardoor we geen smartphone meer nodig hebben. De censoren (daar werkt IoT mee) worden steeds kleiner, zodat we bijna elk object kunnen automatiseren.
Stel je voor: je douche krijgt dan via internet jouw lichaamsgegevens door. Daar wordt vervolgens automatisch de watertemperatuur op aangepast. Nu kun je dat bijna niet geloven. In de toekomst wordt dat de realiteit.
Zitten er gevaren aan IoT? Het antwoord is kort en verontrustend: ja. De veiligheid van onze gegevens staat ook hier op het spel. Bij veel IoT-apparaten is de beveiliging (nog) niet in orde. Het valt makkelijk te hacken. Je wilt natuurlijk niet dat kwetsbare gegevens van jou op straat komen te liggen. En willen wij beheerst worden door het internet? Worden wij geen slaven van het internet? Dit zijn belangrijke vragen. Wat vind jij hiervan? Bron IoT deskundige.
Van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar maakt 95% bijna dagelijks gebruik van het internet.
Dit onderzoek wordt sinds 2012 elk jaar opnieuw gedaan. In de afgelopen zes jaar zien we een grote verschuiving. Waar jongeren in 2012 net zoveel gebruik maakten van een computer als van een smartphone, is dat nu wel anders. Jongeren gebruiken nu veel meer de smartphone in plaats van de computer. De grootste reden hiervoor is de technologie. Smartphones werden in de loop van de jaren steeds beter, waardoor het apparaat steeds meer functies van de computer overnam.
Wat bleek nog meer uit dit mediaonderzoek?
Meisjes maken meer gebruik van sociale netwerken zoals Instagram dan jongens. Bij andere platformen zoals Snapchat en WhatsApp is datniet zo. Jongens maken wel veel meer gebruik van computers dan meisjes. Waar dat mee te maken heeft? Met gamen, bijvoorbeeld.
We zien dus een verschuiving van computergebruik naar smartphonegebruik. Wat vind jij hiervan?
Deze verschuiving heeft best grote gevolgen voor ons echte leven. Een computer draag je niet de hele dag met je mee, een smartphone wel. Door deze verschuiving zijn we daarom ook steeds meer en veel vaker online. Zitten we met elkaar niet teveel online?? Zit jij niet teveel online? Het is belangrijk om je telefoongebruik gedoseerd te houden, vooral op bepaalde momenten. In het verkeer is een telefoon een absolute no go. Het is levensgevaarlijk om een telefoon te gebruiken tijdens het autorijden. Terecht dat de boetes zo hoog zijn. Op de fiets is het ook gevaarlijk. Je hebt geen overzicht op de omgeving, en je zult dus niet adequaat kunnen reageren op een gevaarlijke situatie. Voor je echte sociale leven is het ook niet goed. Stimuleer je vrienden en vriendinnen daarom ook op dit gebied. Ga samen voor gezond telefoongebruik!