• In de gehele opvoeding is het belangrijk het goede voorbeeld te geven. Een kind leert veel door naar de ouders en de omgeving te kijken. Het doet hun gedrag na en neemt het over. Herhaaldelijk uitleggen waarom iets wel of niet mag, is ook belangrijk. Dit helpt een kind regels te begrijpen en te leren waarom iets goed is om te doen of te laten.
  • In de puberteit blijven vrienden en klasgenoten een grote rol spelen bij de keuzes van een jongere. Door dingen uit te proberen en tegen regels in te gaan, ontdekt hij wie hij is en vormt hij zich een eigen mening. Hij denkt meer na over het waarom van regels en weegt argumenten tegen elkaar af om tot een keuze te komen.
  • Daarbij is het wel belangrijk dat ouders regels blijven stellen en met hun kind in gesprek proberen te blijven over de redenen waarom iets wel of niet kan. Ook al lijkt het dat een puber zich weinig van zijn ouders aantrekt, hij neemt hun voorbeeld en argumenten wel degelijk mee en heeft hen nog steeds hard nodig.
  • Dat hij niet altijd dezelfde keuzes maakt als zijn ouders zouden doen, hoort ook bij het leerproces waarin de puber zijn eigen verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelt. Ouders mogen hem daarbij nog steeds wijzen op de richtlijnen die de Heere in Zijn Woord geeft. Dagelijks gebed om wijsheid, liefde en geduld in het voorleven van een kind is daarin onmisbaar.