Laatst had ik op school een college over de groeiende technologie. En dan met name de wereld van de robotica. Die wereld is momenteel hard aan het veranderen. Er worden steeds slimmere robots ontworpen. In de toekomst zullen deze robots een nog groter deel van onze banen over gaan nemen.

Robots kunnen sommige banen beter uitvoeren dan een mens. Ze zijn stabieler, maken als het goed is geen fouten en gaan onverstoorbaar door met saai werk. Aan de andere kant ontstaan door de opkomst van robots ook weer nieuwe banen. De robots moeten bijvoorbeeld worden onderhouden.

Willen wij deze ontwikkelingen wel? Dat is een vraag waar we goed over na moeten denken. Deels zal het natuurlijk ook heel handig zijn. Vervelend werk kan door robots gedaan worden. Maar gaat de techniek ons niet teveel overnemen in de toekomst? Hoe kunnen wij als mens ons dan functioneel in zetten? Wat is onze ‘meerwaarde’ als mens? Als mens hebben wij gevoel, dat heeft een robot niet. Maar zelfs dat zou kunnen veranderen. Er wordt verwacht dat ook robots in de toekomst gevoelsmatig kunnen handelen! Dit is gebleken uit een spel, waarin ze een mens tegen een robot lieten spelen. In dit spel moest veel gevoelsmatig gehandeld worden. Het spel werd gewonnen door…  de robot.

Dit is in ieder geval duidelijk:  robots kunnen goed simuleren, maar ze kunnen niet er zijn. Het zullen nooit mensen worden met hun unieke eigenschappen – en daarom blijft de mens belangrijk, ook in de toekomst.